Velocity in Scrum geeft aan hoeveel werk (in story points of een andere schattingseenheid) een team gemiddeld kan afronden in één sprint. Het is een maatstaf waarmee je de voortgang kunt voorspellen, zolang je het consistent en realistisch bijhoudt. Velocity draait niet om snelheid in de letterlijke zin, maar om de hoeveelheid waarde die het team telkens oplevert.
Het berekenen van velocity is simpel: tel aan het eind van elke sprint de story points op van alle ‘Done’ user stories. Gemiddeld genomen over meerdere sprints geeft dat een trend: jouw velocity. Dus:
Velocity=Totaal aantal "Done" story points over aantal sprintsAantal sprints.\text{Velocity} = \frac{\text{Totaal aantal "Done" story points over aantal sprints}}{\text{Aantal sprints}}.
Belangrijk: alleen volledig afgeronde items tellen mee. Als een story nog niet ‘Done’ is, neem je die niet gedeeltelijk op in de berekening.
Door de gemiddelde velocity te kennen, kan een team redelijk inschatten hoeveel story points ze in de volgende sprint kunnen oppakken. Het helpt ook om te voorspellen hoeveel sprints er ongeveer nodig zijn om een groter project of een bepaald deel van de backlog af te ronden. Stakeholders krijgen zo een indicatie van de opleveringstijd, wat de voorspelbaarheid vergroot.
Velocity biedt waarde als je het ziet als een hulplijn voor planning en voorspelbaarheid. Het is geen absolute maatstaf voor hoe ‘goed’ of ‘snel’ een team is, maar een intern referentiepunt dat helpt om reële planningen te maken en verwachtingen te managen. Gebruik velocity met verstand, zorg voor een stabiel team en wees bewust van de context waarin je stories schat en oplevert.