Ga verder naar:

Velocity: Hoe voorspel je de capaciteit van je Scrum-team?

Velocity is een van de meest gebruikte Scrum-metrics. Het geeft teams inzicht in hoeveel werk ze gemiddeld per Sprint kunnen opleveren. Maar let op: velocity is geen prestatienorm of KPI – het is een hulpmiddel om realistische plannen te maken en voorspelbaarder te worden.

In deze gids kijken we naar:

  • Wat velocity precies is en hoe je het berekent.
  • Hoe je het gebruikt in Sprint Planning en releasevoorspellingen.
  • De valkuilen van velocity en hoe je ze voorkomt.

‍

Wat is velocity?

Velocity is het gemiddeld aantal Story Points dat een team per Sprint oplevert.

Voorbeeld:

  • Sprint 1: 20 Story Points afgerond
  • Sprint 2: 25 Story Points afgerond
  • Sprint 3: 22 Story Points afgerond

πŸ‘‰ Gemiddelde velocity = 22 Story Points per Sprint

Deze waarde helpt teams om in te schatten hoeveel werk ze in een volgende Sprint kunnen oppakken.

πŸ’‘ Belangrijk: Velocity is altijd team-specifiek. Het heeft geen zin om teams met elkaar te vergelijken.

‍

Hoe gebruik je velocity?

1. Sprint Planning

Teams gebruiken hun gemiddelde velocity om te bepalen hoeveel werk ze realistisch in een Sprint kunnen opnemen.

Voorbeeld:

  • Teamvelocity = 22 Story Points per Sprint.
  • De Product Backlog bevat een Story van 13 punten, een van 8 en een van 5.
  • Het team besluit dat 13 + 8 = 21 haalbaar is.

Velocity zorgt ervoor dat teams niet te veel of te weinig werk opnemen.

2. Releasevoorspellingen

Velocity helpt ook bij lange-termijnplanning.

Voorbeeld:

  • Een project heeft een Product Backlog van 220 Story Points.
  • Het team heeft een gemiddelde velocity van 22 punten per Sprint.
  • Geschatte duur: 220 Γ· 22 = 10 Sprints.

Let op: Dit is geen harde deadline, maar een indicatie. Velocity kan veranderen door teamwijzigingen, complexiteit of externe factoren.

‍

Veelvoorkomende valkuilen bij velocity

  • Velocity als KPI gebruiken β†’ Zet druk op teams om 'meer punten' te halen. Oplossing: Gebruik velocity als hulpmiddel, niet als prestatiemeting.
  • Teams met elkaar vergelijken β†’ Elk team schat anders. Oplossing: Vergelijk velocity alleen binnen hetzelfde team.
  • Niet regelmatig bijstellen β†’ Velocity verandert door ervaring en teamwijzigingen. Oplossing: Gebruik een gemiddelde over de laatste 3-5 Sprints.
  • Focussen op hoge velocity i.p.v. waarde β†’ Kan leiden tot punt-inflatie (sneller maar slechter werk). Oplossing:Zorg dat velocity samengaat met kwaliteit en impact.

‍

Praktische tips voor betere velocity-inschattingen

βœ” Gebruik een rollend gemiddelde – Kijk naar de laatste 3 tot 5 Sprints om trends te zien. βœ” Vergeet niet om vakanties en afwezigheden mee te nemen – Een team met minder mensen zal minder opleveren. βœ” Velocity is een teamgegeven – Niet vertalen naar individuele prestaties. βœ” Combineer velocity met kwalitatieve inzichten – Sprint Reviews en Retrospectives geven extra context.

‍

Ga verder naar:
Geen onderwerpen meer gevonden.